In de blauwe graden herken ik veel thema’s die gericht zijn op persoonlijke ontwikkeling. Daarbij denk ik al snel aan redelijkheid naar mijn eigen bestaan, wederkerigheid naar mijn medeschepselen, ontvankelijkheid voor het hogere. De rite heeft inzicht gebracht in hoe ik me tot mijzelf verhoud, mijn binnenwereld; met het leven buiten me, de ander, de buitenwereld.
Gevoelsniveau
Ik miste echter de dieperliggende, meer wezenlijke thema’s naar een herkenbare, gemeenschappelijke waarde die door iedereen anders beleefd wordt. Ze zijn aanwezig in de blauwe graden maar niet op het gevoelsniveau dat bij mij de juiste taal sprak. In mijn zoektocht naar dat diepere, misschien wel de wereld ‘onder’ te noemen, heeft de inwijding in de Hoge Graden het meeste bijgedragen aan de grond onder mijn voeten.
Kwetbaarheid
Redelijkheid – Is de Meester over mij voldaan?’ is eerlijkheid in kwetsbaarheid geworden.
Het begrip voor mijn eigenwaarde en hoop voor mijn toekomst werd duidelijk. Het thema
wederkerigheid uit de tweede graad werd naastenliefde. De ontvankelijkheid van de Meestergraad werd vertrouwen. Deze waarden reiken naar een nieuw verstaansbegrip die ik bij de inwijding als Soeverein Prins van het Rozekruis aangereikt heb gekregen.
Kapstok
Ik zou het niet in willen ruilen voor een andere graad. Want het inzicht in wat symboliek óók kan betekenen is groot. Het heeft een uitgebreidere kapstok gegeven om mijn eigen verhaal aan op te hangen. In tegenstelling tot wat ik verwachtte van de graad gaf het ook werktuigen om mijn eigen verhaal te benaderen als onderdeel van het leven. De waardering van de ervaring van het zijn, de ontdekking van de binnenkamer.
Innig menszijn
Het innig menszijn dat zich in het ritueel en vervolgens in het leven ontvouwt is er een die onmisbaar is voor elk liefhebbend mens. De Passer en Winkelhaak krijgen een nieuwe interpretatie. Vol van waarde.
Pieter Jan Bos – Het Rozekruis (ledenmagazine) 2020